Teleton is een kind van de zestiger jaren. Alles kon in de fietsenstalling van de middelbare school: als er geen rode Libanon was, rookte je maar thee. En als je geen tripje maakte, deed je een paar druppeltjes Bella Donna in je oog, daar kreeg je ook hele wijde pupillen van. Menig feestje duurde tot na zonsopgang en we droomden van Woodstock. In Den Haag had iedereen wel een vriend die dan weer een neefje was van Robbie van Leeuwen, George Kooymans of Rudy Bennet. Op zaterdagmiddag verzamelden groepjes jongelui zich bij de grote muziekwinkel onder de Grote Kerk, waar je de jongens en meisjes uit de Haagse beatscene in het wild kon zien. Nonchalant voor zich uitstarend stond Mariska Veres in haar zeemlederen minijurkje op de roltrap van de Bijenkorf en je was een sufferd als je voor haar stond. Wij wisten waar Bojoura woonde en waar Jerney Kaagman haar lekkere blauwe lederen pakje had laten naaien. En we luisterden naar muziek waar onze ouders geen chocola van konden maken: de Pink Floyd met Arnold Layne , Jimi Hendrix and the Experience, The Doors, Ten Years After en vooral: Jefferson Airplane, featuring Grace Slick.
Jefferson Airplane heeft het lang volgehouden in de Amerikaanse popgeschiedenis. Er is een Wikipedia over vol geschreven, maar het komt er op neer dat de band van Jefferson Airplane (fans spraken over The Airplane) via Jefferson Starship, geëvalueerd is tot het huidige Starship. Met zijn koortsige hoofd ging Teleton gisteren naar Epcot. Al kon hij maar één optreden van de band zien en laat de huidige zangeres Stephanie Calvert dan wel alsjeblieft de enige twee standards uit het psychedelische tijdperk zingen: White Rabbit en Somebody to love. En ze deed het. Zelden kwam de muziek zo indringend binnen. Speelde de band zo verschrikkelijk hard of lag het aan de wolken in Teleton’s hoofd? De tekst van de psychedelische liedjes was in Teletons jeugd altijd al een beetje moeilijk te begrijpen. Zo kwam hij er pas na vele jaren achter dat Arnold Layne over een jongen ging die wasgoed van de lijn afjatte. Inmiddels kan hij de tekst en het refrein van White Rabbit foutloos meezingen: RRRemember, what the dormouse said; feed your head! Hij heeft nog steeds geen idee waar het over gaat….. Ondanks de toenemende koorts besloten we ook de tweede Starship voorstelling te gaan bekijken. Deze keer geen medley van de twee liedjes waar Teleton voor was gekomen, maar de volledige versie! Het meegebrachte schrijfblokje bleef vrijwel leeg. Met zijn hoofd in de wolken sjokte hij bij de ondergaande zon langs palmbomen, velden vol bloemen met reusachtige vlinders terug naar de auto. Op weg naar huis reden we drie keer verkeerd. 17 treden telt de trap naar de slaapkamer en er leek maar geen eind aan te komen. Was dit dan de stairway to heaven? Rillend en klappertandend van de koorts dook Teleton tussen de lakens. Even er uit voor een plas, duizelig in de diepte staren bij het licht van de flikkerende zaklantaarn. Dat duurt toch lang voor zo’n plas helemaal beneden is…… Hij strompelde suizebollend terug naar het immense bed. Feed your head, bonkte het in zijn hoofd. Zo beroerd was hij er sinds de jaren zestig niet meer aan toe geweest………!
Na 18 uur coma toch maar weer eens de trap afgedaald. Zuster Lidy kwijt zich prima van haar taak. Ze temperatuurt om de drie uur en hanteert daarbij alle drie de methodes, voor de zekerheid. Teleton heeft geen idee in welke volgorde ze tempt en het zal hem zo een zorg zijn. Zolang de thermometer rond de 39 graden aanwijst, kan je met hem doen wat je wil. Of zoals een Zeeuwse gezegswijze zegt ”lul maar tegen m’n kont, want m’n kop is ziek!”